Dat de griep in huis is en dat we sinds vorige week de trotse bezitters zijn van een huisje, kon je al lezen op de blog van mijn wederhelft. Zoals dat gaat met de griep, krijgen ook de huisgenoten in meerdere of mindere mate hun deel van het virus. Bij mij beperkt het zich – hout vasthouden – gelukkig nog tot een flink dichtzittende neus. Gisteren kwam daar nog een ander raar verschijnsel bij. Netelroos, enkel in m’n gezicht dan nog wel! Veel last heb ik er niet van, behalve de jeuk.
Rare blikken op het werk pareer ik door te zeggen dat ik aan een mutatie bezig ben voor verhuis naar Mars. Ik dacht gisteravond nog Zyrtec te gaan halen maar besliste in laatste instantie toch maar af te wachten of het de volgende dag beter zou zijn. Als huismiddel heb ik gisteravond mijn gezicht dan maar royaal ingesmeerd met Flamigel, héérlijk die verkoeling en wég was de jeuk. Maar vanochtend deinsde ik toch nog altijd terug voor mijn eigen spiegelbeeld.
Iets verkeerds gegeten, allergisch? Ik zou het niet weten. De mosselen waren alleszins lekker zondag. Ondertussen ploeter ik de dag door met een brede grijns op m’n gezicht en wacht op de voelsprieten die naar ik denk weldra uit mijn oren zullen groeien.
Getekend,
E.T. in spé